zondag 18 oktober 2015

Over honden, hun gedrag en mensen



Over Honden, hun Gedrag en 'helaas' ook
over Mensen. Volgens de visie van Flip.

Het was Flip’s diepste wens dat alle honden bazen krijgen die een hond waard zijn.
Een baas die hem liefdevol wil verzorgen en de hond als een hond wil blijven zien.
Een hond is en blijft namelijk de verre verwant van de wolf, een roofdier,
waarvan we inmiddels weten dat deze zeer waardevol is voor onze totale wereld.
Waarin wij, mensen, ook mogen leven.


Bekijk het interview van Flip Tienkamp aan tafel bij TV Oost

Hier hebben we verhalen en tips van Flip verzameld en opgeschreven, zodat een ieder die daar behoefte aan heeft ze nog een keer terug kan lezen. Iedereen kwam wel met een mooi stukje. De vele verhalen die over hem loskwamen…



(klik voor een vergroting)


Een klein stukje over Flip

Waaruit bestond Flip’s levenservaring:

Flip’s jeugd was een harde leerschool. Ook al was dat soms moeilijk, hij heeft er veel van geleerd. Eén van zijn beste levensgezellen was toen zijn hond.
Deze hond heeft hem veel geleerd over communicatie met en het gedrag van honden. Door zo jong in aanraking te komen met honden, heeft hij het gedrag van honden goed kunnen bestuderen.
Flip ging later in zijn leven als pedagogisch medewerker met moeilijk opvoedbare kinderen werken.
Wat verbond zijn verleden met zijn huidige beroep? Hij legde het ons uit:
Deze ervaring, zijnde groepsleider bij deze kinderen, is niet los te koppelen van zijn huidige beroep, namelijk hondentrainer. Hij was immers in die jaren bijna altijd bezig de jongens te motiveren iets van hun leven te maken. Dat deed hij door de gewone dagritmes duidelijk zichtbaar te maken, zodat het volgen hiervan een houvast kon zijn tot verder ontwikkelen van hun gedrag wat wel zo belangrijk was voor hun toekomst.
In die twintig jaar zijn er diverse (her)opvoedingsmethodieken de revue gepasseerd: van 
zwaar normatief werken (=vormend en stellende manier, hoe moet het, hoe werkt het, van werken) tot en met de vrije methode (=naar oorzaak van bepaald gedrag zoeken en helpen verwerken) geïnspireerd door de Flowerpower beweging in de 60-er jaren. Aan deze methodes werden de mooiste namen gegeven, golven van democratisering gingen door de opleidingen van de hulpverlening.
De veranderingen zien we nu al wat langere tijd ook in hondentrainingen terugkomen. Oude africhtings- en driltechnieken worden nu verafschuwd, 
spelend leren is nu de trend en ook het laatste de click en target methode (http://en.wikipedia.org/wiki/Clicker_training) en het hondenfluisteren zijn nu vandaag de dag meer en meer ingeburgerd. Flip is zelf een groot fan van The Dog Whisperer, Cesar Milan.

De huidige norm is dat kinderen niet lastig moeten zijn en doen en geen overlast moeten veroorzaken en aan deze voorwaarde moeten honden dus ook voldoen. De overeenkomst die Flip in ieder geval ziet, is dat de jongens vroeger ook niet vrijwillig naar het internaat kwamen waar Flip toen werkte. Flip had ook nog nooit een hond gezien die zijn hondenschool binnen liep en getraind wilde worden. Meestal werden de jongens begeleid door hun ouder(s) en de honden meestal door een verwachtingsvolle en soms wanhopige baas. Het verschil dat hierin zit, is dat Flip en zijn collega’s met alléén de jongens gingen werken en niet met de ouders en op de hondenschool werkt Flip met honden 
enhun bazen, die samen aan het werk gezet worden.

Wat hetzelfde is gebleven, is zijn credo bij deze jongens: 
Liever een gelukkig mens dan een gediplomeerde hufter.
Bij de honden doet dit hetzelfde opgeld: 
Een gediplomeerde hond is per definitie geen hond die zich te alle tijde goed gedraagt.Hij heeft ook jaren zelf getraind met honden IPO en Speuren.“’s-Morgens vroeg op het speurveld, tegenover drijvende Yoghurtvelden”

“Op de eeuwige kuisheid....
Was het kwispelen van een hond maar net zo oprecht als het lachen van een mens... “

“Voor 1,5 jaar terug zag ik je voor het eerst, bij de Sprengeberg samen met Henk-Jan. Jullie wilden bij ons gaan trainen. Ik dacht toen: 'Mie God, wat voor volk is dat!......
Flip, ik wou dat ik je eerder en veel langer had gekend.”



Een kort stukje over een les volgen bij Flip

“Zit, Ga, zit…. Zitten!!!!!!”

Elke keer als er nieuwe cursisten zich melden in de kantine van de hondenschool, gaan ze zitten aan de gezellige koffietafel van Flip, hond aan de riem, hond ligt AF naast je stoel, in ieder geval bij de gevorderde cursisten, tenminste dat is de bedoeling. Als de nieuwelingen hun formulieren willen invullen is het ZIT commando niet van de lucht. Zelfs bij puppy’s van amper 8 weken oud…., geven de bazen lucht aan het verlangen dat de hond naar hen moet gaan luisteren en gaan zitten.
Flip vraagt dan aan deze bazen: “Waarom zou jouw hond moeten gaan zitten?”
Het hoogst scorende antwoord is dan ook, “hij moet gewoon naar mij luisteren!”.
Flip legt dan maar meteen ter introductie van de cursus, uit aan de baas: “Alleen soldaten luisteren naar commando’s.”
Als honden op dat moment bezig zijn met hun ‘natuurlijke’ gedrag, luisteren, te vertonen, zouden ze toch eerst moeten begrijpen wat ZITTEN voor de één betekent en wat het voor de ander betekent, c.q. welk gedrag moet hij dan eigenlijk gaan vertonen.
Vaak wordt er dan meewarig gekeken door de andere cursisten, die weten het al. De baas blijft vragend Flip aankijken terwijl Flip dan niet opgeeft en uitlegt dat we de gebruiksaanwijzing van honden niet zomaar kunnen begrijpen. Die is er niet altijd bijgeleverd.
ZITTEN kan voor een hond verschillende dingen betekenen die van belang zijn voor goed gedrag, namelijk een deemoed-, beleefdheids-, onderwerpings-gebaar dan wel een bedelgebaar.

Andere introductie-vragen aan de nieuwe cursisten zijn;
“Wat doe je nu als jouw pup op een keer met de afstandsbediening van de T.V., vrolijk zappend op je af komt lopen
?
Of jouw pup komt aan lopen met het vaasje uit de Ming periode, verzekeringswaarde 40.000 euro?”
Of hij komt met de speeltjes van de kinderen of met jouw nieuwe schoenen in zijn bek aanlopen?”

Steevast wordt er dan geantwoord:
“Dan moet ik zien dat ik de hond te pakken krijg en dan meteen straffen, hetzij verbaal of ik geef hem een flinke tik met een ‘deegroller’
.”

“He Dooie.” “Sla ‘m eens op z’n dak”
Die hond van jou kan tellen, kijk maar, iedere keer als je iets aan ‘m vraagt, doet ie het pas na de 3e keer.”
Flip legt vervolgens rustig uit hoe het wel moet.
Draai het eens om naar mensengedrag......... je man komt thuis na een dag werken, hij zegt: “hallo, lieve schat” en je slaat hem meteen met de deegroller op z'n schedel !!
Nu hebben mannen reeds sinds lang geleerd dat je dan, als vrouw, een hele slechte dag moet hebben gehad, dat je er dan even later over praat en dat je er samen wel weer uit komt.
Als je man evenwel bij de volgende thuiskomst wederom de deegroller op z'n dak krijgt, dan zit hij de volgende keer in de .......... kroeg!
“Opmerking tegen veel dames: “Je moet die vent van je de deur uit flikkeren!”

“Op een gewone puppy cursus konden we niet terecht, omdat onze hond ‘Adolf… Duitse Herder’ Nestor, te groot en te sterk voor zijn leeftijd was op andere puppy cursussen uit de buurt. Hij luisterde ook niet altijd naar ons…Duh.., daarom gingen we dus op die cursus! Bij Flip kon je ook met een ‘moeilijker’ hond (lees baas) op les komen.
GEWELDIG GEWOON!!!!”
Dus als je pup aan komt lopen met alles wat-ie in zijn bek heeft, verboden zaken zoals de afstandsbediening, de prothese van de buurvrouw, enz. maar ook z'n speeltjes, zegt u, en vooral doet u, het volgende!; “Wat heb jij daar gevangen?” en ruilt het ‘verboden’ voorwerp met een beloning, liefst kaas of worst en hij/zij is altijd BRAAF!“Draai je om en loop weg, kijk niet om, loop er nooit achteraan!”Nadeel hiervan is dat als je pup genetisch al een apporteeridioot is, dan zal hij altijd proberen bij je te scoren met apporteerspelletjes. Dat kan lastig zijn, maar over het algemeen zijn dit lekkere werkhondjes waar je nog een hoop plezier aan zult beleven.
Voordeel hiervan: je pup maakt niets meer stuk, hij kan het altijd bij je af komen kopen voor wat lekkers en je hebt een hond die altijd bij je durft te komen.
Plaats b.v. op strategische plaatsen een lege pindakaaspot met hondensnoepjes, stukjes kaas, enz., (maar nooit belonen met voer van de eetmomenten.) Maak er een lekkere beloning van.
Je vreet toch zelf ook geen Big Mac als er een biefstuk in de pan ligt!
“Honden houden niet van mensen!”
“Jij bent de baas, want jij betaalt zijn eten!!!”
“Dat beest doet niets voor jou! Je bent een voederbak op 2 poten, daar doet ie het voor!”



Wat waren steevast verhalen, die voorbij kwamen door de jaren heen

Mits honden ingeprent zijn bij de fokker op ‘verschillende soorten’ mensen, vrouwen, mannen en kinderen, zijn ze aardig tegen iedereen die hun vriendelijk benaderd.
Je kunt van je hond geen mens maken, je kunt wel proberen zelf, als hondenbaas in spé, een beetje hond te worden.
Als je dus jouw pup alleen maar liefdevol oppakt, zoals het in de boeken staat, zal jouw hond waarschijnlijk de slappe lach krijgen.
Zelden komt de correctie op ongewenst gedrag op tijd, dus ook het belonen komt vaak op het verkeerde moment.
“Nee!!! ….g.#*#..ver!!!….. je laat die hond eerst zitten!!!… voordat je een beloning geeft!!!”

DE HOND MOET NAAR MIJ LUISTEREN !! Hoe doe je dat? Is een veelgehoorde vraag van ons, de cursisten.

“ZlT” ….”GA ZITTEN”, is het eerste commando wat een pup vaak om z'n oren krijgt.
Terwijl Flip zeker weet dat een pup dit commando niet van z'n moeder, broers of zusters heeft gehoord, noch dat dit commando genetisch is vastgelegd bij honden.
Waarom moet een hond zitten voor jou”
“Hij moet doen wat je zegt, vindt jij, je bent dan dus eigenlijk een machtswellusteling, je was waarschijnlijk liever drilsergeant geweest, om dan een paar ‘puistekoppen’ in de houding te kunnen tremmen.
Want als deze jongelui een paar weken in militaire dienst zijn en de korporaal geeft het commando .. Geef Acht .. dan plaatsen deze de hakken tegen elkaar. Zo doen mensen dat.”
Honden en mensen, een symbiose of wel
mannen komen van Mars, vrouwen van Venus
en honden van Pluto.

“Honden houden niet van mensen!”
“Jij bent de baas, want jij betaald zijn eten!!!”
“Zolang de hond de hypotheek niet betaald, moet-ie gewoon naar je luisteren, snap je dat?”



Verhalen van Flip over Communicatie

Flip verteld mij eerst even wat over het menselijk gedrag:
“Tegen een ongeboren baby wordt al gepraat en daarna komt de wedstrijd op gang, wat zal die het eerste zeggen, mama of papa?
De menselijke taal is de communicatie tussen jou en je kind, zo leer je het te begrijpen en wonder boven wonder, later kun je ook nog zelf gaan praten en zelfs de emoties gaan benoemd worden, wat ben je boos, vervelend, lief en knap.”
Terug naar jouw hond. Je kunt nog zo veel verhalen vertellen, de hond zal nooit tegen je zeggen: “OK, ….dat heb ik begrepen, zal ik doen baas, dat begrijp ik en dit doe ik zo meteen.”
“Daarentegen is jouw hond absoluut roddel-bestendig, hij zal al je verhalen en geheimen nimmer doorvertellen.”
“Zeg je dus tegen mij, als ik bij je op bezoek kom, ‘ga zitten’ en ik ga in de boekenkast zitten zal je mij een vreemde snuiter vinden, want in het algemeen zullen mensen op een stoel gaan zitten. Jouw pup begrijpt dus geen moer van jouw ‘ZIT’- commando!”

Wat betekent het ‘zitten’ voor jouw hond, welk gedrag vertoond ie dan?
Een demoeds- of te wel een beleefdheids- of een bedel- of speelgebaar.
Het demoedsgebaar dwing je lichamelijk af. Halsbandje om, riem eraan en dan is een rukje al genoeg. Dominante hondjes worden voorzichtig een klein stukje met de voorpootjes van de grond gehouden, totdat de pup z'n zitvlak op de grond heeft, meteen laat je de lijn dan slap hangen. Meestal zal je pup snel weer afgeleid zijn en dan herhalen je dit een paar keer tot de hond het voor de eerste sessie een beetje begrepen heeft.
Thuis ga je zo'n zes keer per dag, twee minuten per sessie, door je huis lopen met de pup aan halsband en riem en je laat hem overal zitten daar waar hij als hond komen mag, desnoods tot achter de WC pot.
Het beste doe je dat tijdens dagelijkse bezigheden zoals koffie zetten of iemand bellen, en dus niet één keer per week je Waxcoat aan en dan de hond een halfuur afstoffen!!!!!
“Nee!!! ….g.##*..ver!!!….. je laat die hond eerst zitten!!!… voordat je een beloning geeft!!!”
“Als de hond bij je komt, is ie 
ALTIJD braaf!!!!” “En blijf vooral belonen!”
“De hond mag hier op les komen, maar wil je hem kunstjes leren, dan moet je niet bij mij zijn, maar naar het circus gaan”
“AF moest ik echt tegen mijn hond zeggen, want Flip ging niet liggen als ik AF zei.”
“Flip zei altijd tegen mij, Tr..t, je kunt het wèl, heb vertrouwen in jezelf.”
“Je bent het waard, dat je hond naar je luistert!”

Met het bedelgebaar leren we de hond drie dingen in één keer: komen, voor zitten en niet opspringen. Dat laatste is van belang, vooral bij grote rassen, zodat je later geen vragen krijgt zoals “Waar is oma?....O die … die ligt onder hond in de gang.”

Zorg dat je hond nog geen eten heeft gehad en neem een handvol kleine beloningen, weet je nog: kaas of worst. Dat moet je natuurlijk afstemmen op de grootte van de hond, dus geen grote brokken maar van die heerlijke kleine stukjes die de pup zonder kauwen naar binnen kan werken. Je lokt de hond zonder z'n naam te noemen naar je toe, houdt het beloninkje boven z'n hoofd en je zult zien dat de hond daadwerkelijk gaat zitten. Vaak begint de pup ook met z'n voorpootjes te "slaan". Als de pup dan weer zit, ‘druk’ je een kaasje/salami in z'n bek.
Pakt de pup het aan, dan ga je met de hand weer van hem vandaan, je ziet hem kauwen en/of slikken en meteen daarop zeg je z'n naam, NESTOR, dit herhaal je zo'n tien keer.
Na verloop van tijd worden die tien keer minder, maar oefen dit altijd meer dan één keer.
Let wel je zegt dan GÉÉN ‘ZlT’, maar alleen z’n naam, NESTOR.
Uiteraard kan je hier ook een fluitje voor gebruiken. Dit heeft wel als consequentie dat je als je de hond roept, je altijd een beloning moet geven.
Het spelletje ‘zitten’ hoeft je hond niet te trainen, dat doet-ie van zelf al!
“7 kilo braaf + 7 kilo kaas/salami, als één van beide op is, stoppen met trainen!!”



Dus jij denkt dat je jouw hond veel kunt leren?

Flip vertelt: “Ik was al twintig jaar bezig honden te leren autorijden, dat leek mij handig, dan kan ik naar de kroeg en de hond brengt me weer thuis; het gaat me niet lukken vrees ik.”
“Je kunt je hond helemaal niets leren, want alles wat je hem wilt leren kan hij al. Je traint dus alleen maar zijn gedrag en deze software is reeds aanwezig bij de geboorte. Dus als ooit iemand heel trots vertelt dat zijn hond pootje kan geven, moet je onbedaarlijk gaan lachen, dit kon het hondje al na een minuut: direct na de geboorte. De pups zoeken op die manier de tepel en moeten met de voorpootjes "melk" gaan trappen, zodat de moeder de melk laat ‘schieten’.
Dat wordt dan het latere pootjes geven en zelfs in goed jachthonden-gebruik: ‘het voorstaan’.”



Bazentraining, of te wel hoe train ik mijn baas?

Zodra je het hondje thuis hebt begint de pup je te trainen. Het eerste wat er gebeuren moet is de zindelijkheidstraining. Flip kwam trouwens nog regelmatig randdebielen tegen die de pup met z'n snuitje er doorheen wrijven.
god..gloeiende… gggloeiende… pppaarde.###**###l..l”
De pup begint met rondjes draaien en daar ‘galoppeert’ het hele gezin met de pup naar de achterdeur want de pup moet z'n behoefte doen. Het duurt niet lang of de pup gaat al ‘vragend’ bij de deur staan, of iemand zo vriendelijk wil zijn de deur voor hem open te doen.
Zo wordt je gratis opgeleid voor portier.



Tip van Flip: Zindelijk maken

Leg op ‘strategische’ plaatsen kranten neer, bij de achterdeur of daar waar al eens een ongelukje heeft plaatsgevonden. Doet jouw pup het op de krant (ze zitten er ook wel eens net naast) zeg je helemaal niets en ruim je het op. Dat doe je als de pup er niet bij is. Deze bevuilde krant breng je in de tuin op een plek waar het handig is een hondentoiletje te gaan inrichten, verzwaar deze krant met een paar stenen, zodat hij niet weg kan waaien en breng de pup regelmatig naar deze persoonlijke geurkrant. Doet jouw pup zijn behoefte nu op deze krant, dan mag de hele buurt denken dat je waanzinnig geworden bent, maar je zegt dan: “braaf gepoept, braaf plasje gedaan”.
In huis negeer je het plas en poepgedrag en buiten (alleen in jouw tuin hoor) prijs je de pup de hemel in voor zo'n braaf gedrag.



Als ik mijn hond uitlaat dan doet-ie niet wat ik wil.

Flip:“Is het je wel eens opgevallen dat jouw pup niet mee wil lopen?”
Cursist: “Maar zodra ik naar huis loop, wil hij ineens wel lopen, sterker nog, hij weet precies waar ik woon?”
Flip: “Da's toch gek, jouw pup kan geen huisnummers lezen en toch weet hij jullie huis feilloos te vinden. Hoe doet ie dat? Dat doet jouw pup geheel op z'n reukvermogen, kun je nagaan hoe het bij jouw stinkt.”



Hoe los je dit op en hoe verklaar je dit?

Flip: We mogen honden eigenlijk niet meer met wolven vergelijken, maar nu heel even dan:
Zou een wolvenpup, gelijk aan de leeftijd van jouw pup, mee gaan jagen??

Want het uitlaten/wandelen ziet de hond toch echt als jagen, jouw pup weet ook al heel veel....
In jullie kelderkast staat de zak met brokken, die heeft mijn baas laatst meegebracht, toen die ging jagen, toen heeft-ie gelukkig wat gevangen, daarna doodgemaakt, opgevreten, verteerd, uitgekotst, gedroogd en in een zak gedaan…. of wil je soms je pup gaan uitleggen waar je die zak voer gekocht hebt en hoeveel je er voor betaald hebt? Was het een aanbieding????

De eerste keren van het uitlaten heeft jouw pup al geroken dat er nogal wat vreemde geuren op straat liggen, die aardige rottweiler van de overkant, katten van de buren en ….die vervelende hond, die ene…. die altijd losloopt ….waarvan zijn baas steeds beweert dat, hij niks doet, ja…. ja, maar om daar nu als pup (laagste in deze rangvolgorde) je behoefte neer te leggen en te plassen en zo de hele wereld te vertellen dat jij nu ook gebruik gaat maken van hun territorium? Ik dacht het niet, denkt jouw pup dan. Zijn oplossing: Gauw terug naar dat huis waar je de eerste nacht helemaal alleen, zonder je moeder, broers en zusters, hebt door gebracht.



Tip van Flip: Wat is een goede oplossing voor dit probleem?

Neem een klein afgesloten voerbakje mee met een beetje voer, ga een eindje lopen, het poep en piesrondje en daar waar je weer naar huis wilde gaan, jouw pup een beetje voer geven, zodat hij de volgende keer graag mee gaat naar dat leuke plekje waar je ook nog eten kreeg.
Bovendien zijn er puppy’s die weigeren aan de lijn te lopen, laat deze puppy’s in huis loslopen met de halsband en lijn, zodat de pup kan wennen aan halsband en riem.
Belangrijk is ook hoe jij je gedraagt, jouw pup verzet zich hevig om mee te lopen, meestal gaat ze zitten, zo vertel je mij, je pup: ‘trekt zo'n hoofd van wat hij wil,… zal me jeuken’, ik verzet geen poot!
Ga dan vooral niet op je hurken naar hem zitten kijken en troosten, ‘kom maar’, ‘het is goed’…. en meer van die onzin. Stel vast dat jouw hond bang is en dat jouw troostende gedrag bevestigend werkt, klinkt als... braaf wat ben jij mooi bang!
Blijf in de richting kijken waar je heen wilt en trek je pup voorzichtig met je mee.
“Mag ik je bidden om bij het wandelen een zachte ondergrond uit te zoeken en niet uit te proberen hoe lang voetzooltjes mee gaan op grindtegels!!!”
“Als het heel warm is in de zomer, ga dan NIET ‘lekker’ fietsen met je hond, zijn poten verbranden dan op het asfalt! Ga ’s-morgens vroeg of ’s-avonds laat met hem wandelen met warm weer.

Probeer met kleine (handige) rukjes uiteindelijk weer een slappe lijn te krijgen; bij zeer halsstarrige pups wil het meenemen van een voerbak met inhoud geweldig werken.
“Veel van blijven houden en heb geduld.”
“Slappe LIJN!!! Laat die LIJN slap hangen… NEEEE…Slap Lijntje!!!!”
“Niet kijken… NIET Kijken…. NIET KIJKEN!!!! G… ####****####..ver
“Vertrouw op je hond!”
“Niet zo naar die hond kijken, zo knap en mooi is ie niet!”
“Die hond van jou heeft liever salami dan kaas”
“Kijk niet steeds zo achterom, de hond volgt je echt wel en anders kijk je maar naar mij, ik ben tenslotte veel knapper.”




Ben je een Leider of is jouw hond je vriend?

Iedereen die een hond neemt wordt veroordeeld tot leiderschap, nou,… nou.. zal je misschien zeggen, mijn hond is eigenlijk mijn vriend.
Als reactie hierop zei Flip: 
“Ik kan alleen maar zeggen dat ik nog nooit een vriend heb gehad die aan de riem liep, hoewel er gelegenheden schijnen te zijn waar dit gewoon gedrag is.”Als die beoordeling juist is dan moet de mens zijn baas zijn en is de hond zijn knecht. Dat is misschien een ouderwetse uitdrukking, maar je zult het met me eens zijn, dat er niets mis is met een goede baas-knecht verhouding.
Wij mensen zijn misschien ook te ver doorgeschoten in deze consensus-maatschappij.
Jouw hond vraagt dus om een leider en een echte leider neemt initiatieven en beslist.
Dat vraagt van je dat je weet wat je van plan bent, waar je heen gaat en hoe lang dat gaat duren en met welk tempo je dat gaat doen.
“Denk je dat je hond van je houdt? Nee, hij haat je”
“Niet zo veel lullen, tr…t!
“Als je vriend zo zou doen, kreeg hij dan ook een aai over zijn bol?”
“Jij bent de baas!”


Regelmaat is goed totdat dit tegen je gebruikt wordt
.

Verreweg de meeste mensen zijn de eerste tien minuten nadat de wekker 's-morgens is afgelopen, walgelijk hetzelfde: wekker uitzetten, of snoozen, (dit lijkt erg op: dat doe ik straks wel… !) dan naar het toilet, douchen en aankleden, dan naar beneden en meteen de pup buiten zetten dan wel uitlaten.
Gesteld dat je dit de eerste weken zo doet met jouw pup, is het dan zo onlogisch dat jouw pup bij de tweede "snooze" zoiets heeft van ...ze komen er aan, wat ben ik blij; in hondentaal betekend dat, janken, huilen en blaffen. Je begrijpt dat na verloop van tijd jouw buren nu gericht met stoeptegels door de ruiten gaan gooien.
Zodra je dus merkt dat jouw hond jouw regelmaat begint te "bewaken" zodat het lijkt dat jouw pup deze regelmaat verzonnen heeft, wordt het tijd 
onvoorspelbaar te worden voor jouw pup.


Anekdote (waar gebeurd)

Via een dierenarts nam een mevrouw contact met Flip op. Mijn hond, zei ze, heeft een groot probleem want ik woon namelijk nabij een eindhalte van de stadsbus. Elk uur stopt er een bus voor de deur, sissende luchtremgeluiden, deuren die opengaan en dan na een paar minuten weer het omgekeerde ritueel maar nu gepaard gaande met een optrekkende en dus wegrijdende bus. Zodra de bus voor het huis verschijnt komt mijn hond met een gigantische vaart door het huis vliegen, boem…!! tafeltje ondersteboven, planten vliegen uit de vensterbank en hij blaft of liever gilt het uit tegen grote gele stadsbus, net zo lang totdat deze uit het gezichtsveld van mijn hond verdwenen is, dan is het weer een uur rustig in huis.
Nu moet je weten, vervolgde ze, dat ik al bij een therapeut geweest ben, de hond twee weken intern bij een hondentrainer geweest is, het handen vol geld gekost heeft en niets heeft geholpen!
Kun jij iets voor mij betekenen, zuchtte ze.
Flip heeft toen voor de volgende oplossing gekozen:
Op een zondag, als de dienstregeling van de busdiensten om de twee uur gingen, hebben we een gele bus gehuurd voor een aantal uren. Toen deze arriveerde en de hond zijn gebruikelijke rituelen op de bus losliet en hij uit zijn dak ging, gebeurde er voor de hond iets merkwaardigs: de bus reed niet weg en na een halfuur blaffen droop de hond af en uitgeput ging de hond in zijn mand liggen.
Het was hem deze keer dus niet gelukt het grote gele gevaarte weg te jagen met zijn geblaf. De hond kon immers niet weten dat er een busdienstregeling is en meende dat als hij maar hard genoeg blaft de bus verdween en dat gebeurde ook steeds, zo bleek elke dag.
Uiteraard lag er in de mand van de hond een lekkere beloning te wachten toen-ie daar uiteindelijk instortte.
Het resultaat was dat dit probleem beheersbaar werd en tenslotte geheel verdwenen is.



Straffen en belonen.

Flip’s stellige mening is dat mensen zowel in het straffen als in het belonen bijna nooit op tijd zijn, namelijk of te laat of te vroeg.
Vaak wordt de beloning gebruikt om het gedrag in wording - b.v. bij de baas komen, verbaal (als je maar veel en lang blijft zeggen dat de hond het goed doet) of wanneer de hond iets fout dreigt te doen met allerlei geluiden Foei! Nee! Eh! Laat dat! - te belonen dan wel te bestraffen, er van uit gaande dat de hond het snapt en het dan voor eeuwig zal laten of doen.



Hoe kan je het beste belonen?

Belonen betekent voor de hond altijd iets stoffelijks, dus vertellen dat-ie een brave hond is vindt-ie prettig om te horen, zoals de bakker het fijn vindt om te horen dat zijn brood zo lekker smaakt. Maar probeer eens bij de bakker brood om te ruilen tegen de complimenten die je in de voorafgaande week hebt gehoord over jouw kookkunst e.d., dat lukt niet.
Wat wil de bakker dus.........juist: euro's. Dus jouw hond wil een beloning, liefst kaas of worst, in ieder geval wat die niet zomaar krijgt.

Hiermee krijgt Flip de meeste mensen in de ankers:
“Een hond moet toch zonder beloning iets voor z'n baas willen doen, waar gaan we heen als we elke keer een beloning in de hond moeten stoppen, dan doet-ie het alleen maar voor de beloning!”
Diezelfde mensen zijn op school geweest en hebben eindeloze reeksen uit hun hoofd moeten leren: het alfabet, tafels, aardrijkskunde........ Weet je nog Hogezand, Sappemeer… en dat je onder aan de bladzijde nota bene een plakplaatje of een stempeltje kreeg, als je het tenminste goed gedaan had. Over belonen gesproken.
En dan natuurlijk met je eerste rapport naar huis, langs opa/oma en buurvrouw om je eerste gulden op te halen. Bovendien is het nog niet zo lang geleden toen mensen nog uurloners waren en toen dagloners, toen weekloners en tegenwoordig maandloners!
Maar jouw hond moet het zonder beloning doen?
Denk je nu werkelijk dat een roofdier, jouw hond is er één weet je nog wel, eindeloos achter een moeilijk achterhaalbare prooi blijft sjouwen die hem uiteindelijk ook nog een forse pijnprikkel bezorgt????
Einde oefening zal de hond begrijpen, ik ga een gemakkelijker te grijpen prooi achterna (het lijken wel mensen).



Ja en Nee (spelletje)

De woorden “Ja”,… “braaf”, moet de hond begrijpen bij gewenst en goed gedrag, bij “nee” moet de hond begrijpen dat dit zeer ongewenst gedrag is, dus koppelen we dit aan het gedrag van ons.

Flip legt tijdens de gevorderde puppy cursus uit:
Bij “Ja,braaf”, krijgt-ie kaas, bij “Nee” een tik op z’n neus.
We nemen de hond bij ons en we hebben een behoorlijk aantal stuks beloning, kaas/worst, we geven de hond de beloning in z'n bek, trekken onze hand terug, we zien de hond kauwen en denken; “dit is kaas van de Aldi, Albert Heijn, Plus, Jumbo” en wij zeggen dan “ja,.. braaf”. Dit herhaalden we zo'n tien keer. We zagen de hond verwonderd kijken naar onze hand, dan is dit het moment om de elfde beloning te pakken.......
“Nee”!!! Bij de elfde beloning hielden we de beloning goed tussen de vingers en als de hond er aan rook gaven we hem een tik(je) op de neus, zodanig dat de hond zich afwendde van onze hand (bij een onverschillige hond moesten we eventueel meerdere tik(jes) geven tot het gewenste afwenden zich manifesteerde).
Daarna meteen verder gaan met beloning geven met.... ja braaf, we hebben de oefening wel vijf tot tien keer herhaald.



Controle van het geleerde gedrag

Na weer een aantal keren met “ja,… braaf” de beloning in z'n bek te hebben gegeven, houden we weer een beloning voor z'n hoofd en als de hond eraan ruikt een ‘nee’ laten horen.
Indien nu de hond meteen z'n hoofd afwend heeft-ie dat voor de rest van z'n leven begrepen, dat ‘nee’ een taboe is geworden en kan hij dus overal, aan elektrische snoeren met 220 volt kauwen, opspringen tegen bezoek, graven in de tuin, grommen bij voerbak en kluif enz. met een rustig ‘nee’ verteld worden dat-ie daar mee op moet houden.
Sommige cursisten schrokken er nogal van wanneer ze hoorden van Flip dat jij je hond een tik(je) moest geven, daarbij legt hij altijd uit dat ook kinderen weleens een corrigerende tik krijgen, en geen oplawaai natuurlijk, om erger te voorkomen. Stel je bijvoorbeeld voor dat je een kind hebt dat net tegen het zelfstandig lopen aanzit en je hebt een strijkijzer, gas- of houtkachel in de kamer staan. Vlammetjes, warmte en je moet constant voorzichtig doen met de kachel met jouw kind erbij; de kachel trekt het kind aan, dan is dat vaak de eerste keer dat jouw kind moet leren dat dit gevaarlijk is.
Grofweg zijn er twee methoden jouw kind dit gedrag aan te leren: Je plakt het handje van het kind op de gloeiend hete kachel: brandblaren en plastische chirurgie zullen een logisch gevolg zijn. Of je geeft het kind een tikje op de vingers vlakbij de kachel met de woorden (of te wel commando's) ‘heet!!’ en ‘auw!!’. Hiermee voorkom je dat het kind zich in de toekomst aan de kachel zal branden. Het is maar waar je voor kiest.



Tip van Flip voor de eerste weken van je pup

Besteed in de eerste weken, wanneer jij je pup in huis hebt, veel aandacht aan ongewenst en gewenst gedrag, onder de volgende regel:
Wat de pup vandaag mag, (vanaf de 1e dag), mag hij altijd en wat hij vandaag niet mag, mag hij nooit!“Als je thuis komt hang je eerst je jas op, dan zet je een kop thee, dan kijk je naar links, dan kijk je naar rechts en zie, verrek ik heb ook nog een hond.”
“Negeer je hond af en toe. Het moet voor hem speciaal zijn als je hem aandacht geeft.”


Dus als je niet wilt dat de hond op de bank mag, dan mag hij ook niet op schoot terwijl je op de bank zit! Ga liever op de grond zitten en neem de pup op jouw schoot!
Als je later wilt dat de hond bij je komt, ga hem dan niet lopen vangen, ook al heeft hij toevallig ondergoed uit jouw wasmand gejat en loopt daarmee triomfantelijk door het huis.
Ga dan meteen naar de keuken, of nog beter de koelkast, dat is de plek waar je het hondenvoer/kaas bewaart. De hond heeft geleerd de combinatie te maken baas+keuken=eten en hij is al gewend om daar keurig te gaat zitten voor zijn eten. De hond zal automatisch achter je aan lopen en zo ruil je de onderbroek voor een beloning.



Flip verteld een Anekdote

Hij legt een cursist over de telefoon uit: U heeft inmiddels begrepen dat ik een voorstander ben van de voer/beloning methode en daarvoor is noodzakelijk dat uw hond/puppy, wanneer u gaat trainen, honger heeft.
Dan is het ook begrijpelijk dat ik bij de introductie met nieuwe cursisten goed naar de honden kijk hoe doorvoed ze zijn...... Even later kwam er een man op de introductie met een volwassen jack-russel die zo breed was dat je er met gemak een krat bier op zou kunnen parkeren. Zijn eerste opmerking was dan ook .... wat is dit een vette hond.
Het was even stil en toen Flip zich omdraaide om zich met de andere cursisten te gaan bemoeien, hoorde wij hem nog net in onvervalst Twents dialect zeggen: “mut je em heuren”, “140 kilo schon an de hake, en goat mie verteln dat mien hunneke te dik is..... wie goot op hus an.”.
De man is niet meer terug gekomen maar wij hebben er wel om moeten lachen.
“Flip zijn eerlijke kritieken, gewoon direct, zo kreeg ik er iedere training weer van langs, aldus Miranda. Ik had gedacht dat ik het zo langzamerhand wel wist. Als ik weer een te groot ego had, ging ik naar Flip en stond ik weer met beide voeten op de grond.”
“Mijn moeder had een eigenwijze Cairn Terrier. Toen de hond bovenop de kop van mijn kat ging ‘zeiken’ en ik vroeg wat ik daar aan kon doen, zei Flip: “Die hond kan ik niets meer leren, die is de baas, gaat u maar weer naar huis.”
“Een hondenman in hart en nieren, eerlijk en recht door zee.”
Nog meer vragen van cursisten aan Flip:Te erg voor woorden!
Meneer, kun je ook de tanden van mijn pup knippen, ze zijn zo scherp.
Ik ben vegetarisch en dus is mijn hond dat ook.
Mijn pup doet niets anders dan blaffen in de kennel. Mijn vorige hond deed dat nooit en die is 14 jaar geworden in diezelfde kennel
.



Wijze les voor Flip: Een anekdote uit zijn beginperiode als hondentrainer

Het betrof een Mechelse herder, teef van twee jaar, fors uit de kluiten gewassen.
Bij het aanbellen hoorde Flip al een deel van het probleem, gigantisch blaffen, hij hoorde de stem van de bazin die met ‘foei’ en ‘nee’ over dit geweld heen probeerde te komen.
Bij het binnenkomen kwam de hond hoog op, tot in zijn gezicht.
“Ga je zitten” zei de vriendelijke vrouw, die nog steeds over het geblaf van haar hond probeerde uit te komen, en wees Flip een vrij lage bank aan in het zitgedeelte van het huis. Zodra hij plaats genomen had en zijn 'diplomaten'-koffertje op de grond had gezet, klom de hond op de bank en toen op Flip......
Toen de hond helemaal over Flip heen stond, begon deze te grommen en met blikkerende tanden naar hem te dreigen......Hij vroeg: “mevrouw, kunt u misschien die hond hier weghalen?” en ze antwoordde: “Dat is nou precies het probleem............”. Zo rustig mogelijk had Flip toen het 'koffertje' van de grond gepakt en het tussen hem en de hond in gewurmd, vervolgens is-ie gaan staan en aan de eetkamertafel gaan zitten. PFFFFFFFFFFF……..
Toen de bazin de hond aan de riem deed en zij vervolgens rangordebevestigende oefeningen zijn gaan uitvoeren, werd het probleem duidelijk minder en kon Flip zelfs na het eind van dit bezoek het pand veilig verlaten.
Na een tweetal cursussen was het probleem geheel verdwenen en had Flip begrepen om nooit meer 'laag' te gaan zitten bij een thuisbezoek!



Een Anekdote: Scholingsniveau

Flip vertelt: Een van mijn kynologische vrienden wilde een keer mee op huisbezoek bij een probleemhond waarvoor advies van Flip gevraagd werd.
Het betrof een kruising herdertje met een behoorlijk angstig gedrag: bijten van bezoek, uitvallen op straat naar andere honden en mensen.
Meteen bij het binnenkomen vertrok de hond achter de bank en achter het gordijn.
Volgens goed gebruik probeerde Flip eerst, door een uitgebreid anamnese formulier in te vullen er achter te komen waar en hoe het probleem was ontstaan.
Tijdens het invullen van het formulier, viel al op dat de eigenaresse vond dat het in ieder geval niet aan haar lag, dat haar hond een zodanig gedrag had.
Een van de laatste vragen was hoe de eigenaar de intelligentie van haar hond inschat.
Na wat nadenken kwam ze tot het volgende antwoord....... een laag mavo niveau.
Het gesprek werd met adviezen en afspraken over vervolgtrainingen afgesloten, ze namen afscheid en toen Flip weg reed en de straat bijna uitwas kwam de onvergetelijke uitspraak van zijn vriend...... ik heb alleen maar ulo!!!!
“Geef je hond nooit een naam, die je niet dronken uit kan spreken.”
“Na 20 jaar mocht ik nog geen hond africhten, ik mocht alleen koffie zetten, daar was ik goed in, volgens Flip” aldus Dick.
“Het ligt echt niet aan de hond, maar aan jezelf.”
“Wat er ook fout gaat, het ligt niet aan de hond maar aan jou!”



The Bench, to be or not be

Kinderen worden in een wieg en/of in een box gelegd; dit schijnt vanuit pedagogisch inzicht de eerste 1,5 jaar erg goed gevonden te worden.

Om de uitleg nog leuker te maken, hoort hier een Anekdote van Flip bij:
Een niet onbemiddelde cursist van Flip, had een leuke Rottweiler aangeschaft.
Een lekkere brutale vrije pup, die snel leerde en een zeer goed menscontact had.
Toen Flip hem tijdens de eerste puppy trainingen vertelde over de voordelen van een Bench, haalde hij z'n schouders op en zei: mijn pup slaapt gewoon in de kamer en blijft keurig in zijn mand liggen 's-nachts en als we weg zijn. Flip probeerde voorzichtig nog tegen te werpen dat honden ook wel op latere leeftijd kunnen gaan slopen en of onzindelijk kunnen worden, maar nee, zijn hond zou dat nooit doen!
“Leg als je thuis bent de hond af en toe ook af en toe vast, of leg hem in een andere kamer”
“Verlaat het huis nooit als de hond onrustig is!”

Enige tijd later, z'n hond zal zo'n 10 maanden geweest zijn, belde de baas Flip redelijk laat op de zaterdagavond op met de dringende eis.... je moet nu komen en zeggen wat ik met mijn hond moet doen!
Het klonk redelijk alarmerend, dus ging Flip meteen naar hem toe. Aangekomen bij het huis stond de baas handenwrijvend te wachten. “Kijk maar eens door het raam”. In de huiskamer zag Flip de hond op de salontafel liggen, uit het mooie chesterfieldbankstel staken grote spiraalveren omhoog en ook de kamerdeur, geheel in de zelfde stijl met leer bekleed, liet nu alleen z'n onderliggende grondverf zien.
Flip’s advies luidde......... :
“Ga naar binnen en zeg dat ie braaf is” ##***##.......... “BRAAF” ???? vroeg de baas verdwaasd, “ben je helemaal........###*###.” “Ja” antwoordde Flip zo kalm mogelijk en zijn lachen inhoudend.
“Jouw hond verbind zijn weerzien met jou alleen met jouw begroeting en die hond snapt niets van jouw woede om jouw vernielde huiskamer en van jezelf mag je rustig denken......wat ben ik een gloeiende Paardenl#l. Je was er tenslotte voor gewaarschuwd, dat dit zou kunnen gebeuren.”
De eigenaar van de hond was niet thuis, toen de hond de aanval op zijn woonkamer uitvoerde. Waarom dit gebeurde is niet te achterhalen, je kan dan denken aan pesterijen, belletje trekken, andere honden of beesten die hem geïrriteerd hebben, wat dan dit gedrag tot gevolg had.
Veel honden zijn bang om alleen thuis te zijn. Het duurt even voor ze daaraan gewend zijn.
De oplossing was een Bench, met een goede training erbij en toen de hond z'n puberteit kwijt begon te raken zijn, is hij voorzichtig begonnen met korte stukjes alleen laten. In zijn latere leven kon de hond gewoon weer in de kamer blijven zonder iets te vernielen.
Reiskennels kun je hier ook voor gebruiken.
Als het echt niet lukt, breng hem dan naar een goed Pension, of vraag je dierenarts om homeopathische medicatie.



Honden hebben geen geweten, zoals wij dat hebben.

Je hond heeft geen eigen mening, als je zijn schedel oplicht dan echoot het”
“Als je thuis komt hang je eerst je jas op, dan zet je een kop thee, dan kijk je naar links, dan kijk je naar rechts en zie, verrek ik heb ook nog een hond.”
“Negeer je hond af en toe. Het moet voor hem speciaal zijn als je hem aandacht geeft.”




Anekdote van Flip: Het Teckeltje

Het langharig teckeltje was nooit alleen thuis. Altijd was de vrouw des huizes thuis en gedroeg het teckeltje zich uitstekend. Eenmaal in het jaar moest de familie naar een volkskerstzangavond. De vrouw zat in het koor en hun beide zoons speelden in de plaatselijke fanfare, de echtgenoot moest uiteraard mee om dit alles te beluisteren.
Het teckeltje werd voor alle zekerheid in de keuken gezet.
Toen de familie na deze stichtelijke avond was thuis gekomen en ze nog in ‘de vrede op aarde stemming’ waren, troffen ze de keuken in een desolate toestand aan: de Brabant bontvalletjes en gordijnen waren keurig in stroken stukgetrokken en van de Bruynzeel aanrechtkastdeurtjes was slechts zaagsel overgebleven. In het zaagsel staken nog de plastic knopjes weliswaar gekarteld boven de puinhoop uit. Die hadden het wel overleeft….
De baas ‘ontplofte’ op dat moment, met de voorspelbare tekst.....
“WAT HEB JIJ DAAR GEDAAN”???!!!
Het teckeltje dat eerst heel blij was dat de familie weer thuis was gekomen, kreeg een draai om z'n oren en vluchtte daarop meteen onder het bankstel.
In de weken daarna, telkens als de baas thuis kwam, vluchtte het eerst zo vrolijke hondje onder het bankstel, waar de baas wederom met een voorspelbare tekst kwam: “Zie je wel, ….. hij weet wat ie gedaan heeft!”.
Maar, niet het ‘geweten’ van de hond deed hem vluchten voor z’n baas, de keer na de ‘vrede op aarde avond........’, stond het volgende begroetingsritueel in zijn geheugen gegrift: De baas komt thuis, wordt ontzettend kwaad op mij en geeft mij dan een draai om mijn oren, dat vond ik, zijnde een teckel niet echt leuk! Vanaf die tijd was het begroetingsritueel, in ieder geval voor de hond dramatisch gewijzigd. Vandaar zijn vluchtgedrag.

Stelling 1: Honden hebben geen geweten, maar kunnen rituelen heel goed onthouden.
Stelling 2: Honden hebben meestal aan één ervaring genoeg om hun gedrag te veranderen.



Nog een anekdote van Flip

Wat is een 750 Euro-hond?
Dat is een hond die nooit bij zijn baas weg loopt, maar wel bij zijn eigenaar!
Een cursist verzuchtte aan de koffietafel bij Flip: Als mijn hond niet zou weglopen en bij mij zou blijven tijdens de wandeling, zou het echt een perfecte hond zijn.
Flip had de hond, een grote Berner Sennen reu, als een vlotte, leergierige, sociale hond tijdens de training leren kennen. Hij kon zich moeilijk voorstellen dat deze zo maar bij z'n baas zou weglopen.
Na de les liep hij een stukje met mij mee en vroeg mij de hond los te laten in het buitengebied van onze trainingslocatie. Op een lange zandweg lijnde de baas de hond af, deze vertrok als een drietrapsraket, Flip met een open mond van verbazing achterlatend terwijl de baas verzuchtte... daar gaat m'n 750 euro!
Flip vroeg mij de hond te roepen: “Kazan kom hier!” en dat deed ik en nogmaals: “Kazan kom hier!” Het leek wel of de hond nog harder weg liep. “O.k.”, zei Flip, “maar je geeft ook het verkeerde commando”. Wat moet ik dan zeggen vroeg ik als vertwijfelde baas..... “Ga weg”, “ga weg” antwoordde Flip daarop. Komt mijn hond dan terug vroeg ik, zo mogelijk nog meer vertwijfeld. “Nee” antwoordde Flip mij, “maar de hond doet dan wel wat je zegt!”
Nadat dat de hond was uitgeraasd, hebben we hem met moeite gevangen en zijn begonnen met de nieuwe aanroep methode die Flip mij later zou uitleggen.



Een Anekdote over ‘Voordeur problemen’.
Zie je wel, deze man heeft er verstand van
!

Tijdens de cursus ging de telefoon, het gesprek ging over een hond, een kruising tussen een terriër en herdershond, de vrouw zei: “Onze hond heeft een enorm voordeur-probleem.”
De situatie was als volgt: zij waren een bejaard echtpaar, maar wel kwiek genoeg om een hond te houden en uit te laten. Maar dat ene probleem werd hun iets te machtig:
Als de voordeurbel ging, het was een mooi patriciërs huis, grote kamers met een lange gang, liep de vrouw, nadat ze de hond in de kamer achterliet bij haar man, de lange gang door naar de voordeur en als ze de voordeur maar net open had gedaan gebeurde steeds het volgende: Haar man, die zich ondertussen afvroeg waar zijn vrouw zo plotseling gebleven was, hij was namelijk behoorlijk doof en had niet gehoord dat de bel ging en zijn vrouw er heen was gelopen, opende de deur van de woonkamer en keek de gang op naar de voordeur. De hond had zich dan inmiddels langs de man gewurmd en stortte zich in volle snelheid richting de voordeur en omdat de voordeur openstond, stortte de hond zich midscheeps op de argeloze bezoeker, op ongeveer borsthoogte en hing dan meestal vast in zijn jas of andere loshangende kledingstukken.
Flip stond na dit telefoontje toch redelijk gespannen op de bel te drukken bij het echtpaar.
De geluiden kwamen hem door het gesprek bekend voor en hij hoorde de deur van de kamer nog voor de voordeur geopend werd, open gaan. Flip kon de ‘in galop’ aanstormende hond in de gang horen en nog voordat hij zich voor had kunnen stellen, zag hij over de schouder van de vrouw haar hond aan komen. Vliegensvlug hield hij zijn koffertje voor zijn borst en de hond knalde er tegenaan en dreef op de grond, sjokte vervolgens terug richting woonkamer en zijn baas, waarop de vrouw gerustgesteld uitriep: “Deze meneer heeft er verstand van!”



Voordeurbel-complex en wat doe je eraan?

Honden die dit complex hebben, reageren met blaffen, opspringen en misschien zelfs agressief gedrag, bij iedereen die aanbelt en of binnenkomt. Vaak is dit gedrag aangeleerd door familie en of kennissen die de hond leuk vinden en vervolgens heeft de hond de ervaring opgedaan dat bij het klinken van de deurbel er elke keer wat leuks staat te gebeuren.
Ook de commando's ‘foei!!’ ‘nee!!’ en ‘rustig!!’ verhelpen dit probleem niet, het wordt er zeker niet kleiner door. Integendeel, het probleem bij de voordeur wordt steeds groter.
Zolang de begroeting weliswaar vrolijk, uitbundig, soms heel lastig en heel soms gênant wordt, maken de meeste mensen zich nog geen zorgen.
Maar als er vragen komen zoals, “waar is oma” en het antwoord is... “die ligt onder de hond in de gang...” wordt het wel erg vervelend. Nog erger wordt het als honden zelf gaan bepalen wie er binnen mag komen en nog vaker wie en wanneer het pand mag verlaten!!



Tip van Flip

Hoe kun je nu dit gedrag veranderen? Eigenlijk is dat heel simpel: Je zorgt voor een hongerige hond, b.v. een dag geen eten geven (ja, ja, Flip zegt dan keer op keer dat is echt niet zielig). Je doet je hond aan de riem en legt hem in zijn mand in de kamer met een lekker stuk leverworst en vervolgens ga je met je hond (nog steeds aan de lijn) naar de voordeur. Je doet deze open en drukt op jouw eigen voordeurbel, lang en uitbundig, en intussen trek je een aantal keren fors aan de riem onder het uitspreken van de volgende toverformule: “Vieze vuile aangespoelde driekleurige Zeekakkelobbes!!” of “Vieze, vuile Labbekak!!” of “Dikke vieze Kakkelobbus”.
Je hond wordt van deze correcties echt niet vrolijk en wil dan, als het goed is, zo snel mogelijk naar binnen vluchten.
Zodra je dit vluchtgedrag van jouw hond ziet, laat je de riem los en tien tegen een dat hij naar zijn eigen veilige mand toegaat. En wat vindt hij daar? Juist, de door jou neergelegde stukjes leverworst.
Deze oefening nog een paar maal herhalen en na een tijdje weet je hond dat wanneer er aangebeld wordt, hij beter in zijn mand kan blijven; je blijft nog een behoorlijke poos een beloning geven als er gebeld wordt. Het mooiste is natuurlijk wanneer je het aanbellen een aantal keren in scène kunt zetten met behulp van vrienden of familie.
De hond moet dan nog een behoorlijke tijd aan de lijn meegenomen worden als er visite komt, maar dit is een meteen een goede training om ongewenst gedrag bij het begroeten bij de voordeur te repareren en te voorkomen.



Erfbewaking

Nogal wat honden worden door mensen aangeschaft vanwege de kwaliteiten en punten die een bepaald ras scoort. Bijvoorbeeld dat ze niet weglopen en hun eigen erf, dat wil zeggen het erf van hun baas, zullen verdedigen.
Nu kent Flip een behoorlijk aantal honden die op een erf lopen en niet bepaald tot een ras behoren waarvan opgeschreven staat dat ze erfbewakers zijn of bekend staan dat ze niet weglopen.

Voorbeeld 1: Een langharige Duitse Staander, die midden in een dorp bij de zaak van zijn baas woonde (een autohandel annex autowasserette) en geen centimeter van de kadastrale eigendom van zijn baas week. Flip heeft deze hond (heel erg gemeen van hem) verschillende keren trachten mee te lokken met voer en met zijn eigen honden als lokmiddel, maar zodra hij het terrein dreigde te verlaten bleef de hond op zijn post, vermakelijk en wonderlijk.

Voorbeeld 2: Een van Flip’s trainingsterreinen grenst aan het terrein van een van zijn klanten. De baas traint met twee honden, verlaat dus regelmatig het terrein met de twee andere honden terwijl de oudere hond, een Gordon Setter, thuis moet blijven. Deze hond ziet zijn baas vertrekken met de twee andere honden en sterker nog hij hoort en ziet de andere honden trainen en blijft ondanks alles op het erf, heel bijzonder.



Tip van Flip voor Boeren met een hond

Als je een hond aangeschaft hebt, met de bedoeling dat-ie op het erf moet blijven, ook als je daar zelf niet bij bent, moet je één gouden regel in acht nemen: Nimmer gaat de hond lopend, alleen of samen met jou, ook niet aan de lijn, van het erf afAls je al met je hond wilt wandelen of trainen, gaat hij op het erf al in de auto en na een paar kilometer, weer uit de auto, om dan b.v. te gaan wandelen of te trainen.
De laatste jaren zijn er ook onzichtbare hekken uitgevonden, er wordt dan een draad in de grond gelegd op de erfafscheiding, die een radiosignaal uitzend naar een halsband die de hond om heeft en die hem eerst waarschuwt (akoestisch) dat er iets naars staat te gebeuren. Het systeem kan hem vervolgens een stroomstootje toedienen (vergelijkbaar met schrikdraad), tenminste als-ie niet heeft geluisterd naar de 1
e waarschuwing. Een goed systeem, wat wel enige en soms behoorlijke lange training behoeft (dit systeem wordt uitstekend begeleid door een video en foldermateriaal, en er is zelfs een bedrijf die dit voor je aan kan leggen).
Voor meer info kijk op:Dogwatch.nl



HET BOERENHOF HONDENSYNDROOM.

Dit komt bij alle honden voor die behalve op de training altijd loslopen, zoals b.v. op boerenerven.
Deze honden weten precies wanneer er koffie wordt gedronken en wanneer de beesten worden gevoerd of gemolken, of wanneer vaste bezoekers, b.v. de postbode, melkrijders of voerleveranciers, op het erf verschijnen.
Een aantal van deze honden vertonen probleemgedrag, postbode grijpen is een geliefde sport, maar ook het lekbijten van autobanden en mensen ernstig attaqueren, behoort niet tot de zeldzaamheden.
De meeste van deze honden, Flip maakt zich daar geen illusies over, gaan korte tijd later aan de ketting of verdwijnen voor altijd in de kennel.
Aan de ketting vindt Flip echt verwerpelijk!! In de kennel kan wel, mits dit geen cellulaire opsluiting betekent, dan is het de minst erge oplossing.
Gelukkig zien we op de training steeds meer bazen uit de 'boerenstand' die er tijd en moeite insteken en het voor de honden over hebben ze te leren zich fatsoenlijk te gedragen.



Een Anekdote:

Een aantal jaren ging Flip regelmatig met zijn honden zwemmen in een 'kleibak'.
Uit deze bakken werd vroeger klei gewonnen voor de steenfabrieken.
De parkeerplaats lag aan een doorlopende weg tegenover een boerderij die 'haaks' op de weg stond en een langgerekt erf had.
Elke keer als hij zijn auto daar parkeerde en zijn honden uit de auto haalde, zag hij aan de overkant van de vrij drukke weg, bij de boerderij een hond, een kruising Mechelaar, een lekkere lummel met slappe oren van een maand of 8, op de weg afstormen waar het verkeer, met 80 km minstens, langs stormde. Flip had angst om de hond, omdat deze reageerde op zijn honden en vreesde dat hij aangereden zou worden, maar de hond remde af alsof hij tegen een glazen wand aan liep en bleef keurig op het erf....... Na en aantal keren daar gezwommen te hebben moest Flip weten hoe de boer dit deze hond geleerd had. Het antwoord was zowel ontnuchterend als ontluisterend: Het heeft een hond of drie gekost, maar deze begrijpt het: waarschijnlijk is deze hond een keer tegen een fiets aangerend en heeft voorgoed deze ervaring verbonden, dat het op de weg na de witte streep heel gevaarlijk voor hem was.



Het lopen aan de lijn.

Heb vertrouwen in jezelf, dan weet de hond dat je vertrouwen in hem hebt.”
“Kijk niet zo naar die verrekte Berg hond! Je bent geen cameraman, anders ga je maar bij de NOS werken”.
“Lijntje omhoog en als hij gaat zitten lijntje los”
“Kijk niet zo naar die hond, ik ben veel knapper dan die hond, zei Flip regelmatig”.


Een veel gehoorde klacht op de honden-trainingen:
Mijn hond trekt geweldig aan de lijn, zeker als er andere honden of dieren in het zicht van de hond zijn.
Eerst de definitie van het aan de lijn lopen: een hond trekt alleen aan de lijn bij zijn eigenaar en niet bij zijn baas.
De fout ontstaat als je bij de eerste keren dat je de hond aan de lijn meeneemt en je de hond dan meetrekt en je hem dan bij alle interessante geurtjes wegtrekt, de hond dan niet weet dat-ie dat nu niet mag en dat zijn baas die geurtjes helemaal niet kan ruiken. De hond zal dit gedrag van jou verbinden met een strakke lijn en de hond mag en kan het tempo bepalen, zowel versnellend als vertragend; in beide gevallen bevestigd de strakke lijn het gedrag van de hond.
Als Flip les geeft verbiedt hij zijn cursisten, terwijl de honden aan de lijn zijn, dat er aan elkaar gesnuffeld mag worden, zeker bij de puppycursus, omdat ze altijd eerst mogen spelen aan het begin van de les en dit weten de puppy’s heel goed na een aantal keren. Bij het binnenkomen staan ze al in de startblokken om elkaar te begroeten en te spelen maar van Flip moeten ze dan toch eerst even wachten, terwijl ze al naar gelang de trainingsgraad, zitten of liggen.
Pas als iedereen zijn hond onder controle heeft worden de lijntjes los gemaakt; zo geven de (aankomende) bazen toestemming om te gaan spelen.

Stel je eens voor je hebt een pup van een wat groter ras en je besluit om de pup alles en iedereen aan de lijn te laten begroeten. Als de hond volwassen is en zo'n 50 kg weegt en aan de overkant van de straat een hond ziet, wordt je er heen gelanceerd. De vraag is dan, wie heeft de hond dit dan aangeleerd?
Juist! De baas zelf die het van pup af aan leuk vond dat-ie elke hond aan de lijn mocht gaan begroeten.
Beginnen moeten we dan ook dat de hond beseft dat de strakke lijn bij de baas vandaan komt, dus als de baas aan de lijn een klein rukje geeft behoort de hond te gaan zitten (deemoedsgebaar) zonder het commando ZIT!
Als je dat overal doet in huis, tuin en tijdens het uitlaten en niet alleen bij de stoeprand, zal jouw hond steeds meer op gaan letten tijdens het lopen, want je weet nooit wanneer de benen van de baas stil gaan staan.
Dit zit-gedrag moet zeer zeker ook bevestigd worden met een beloning (kaas of worst) en natuurlijk ook met de stem.
Vooral bij deze discipline (het lopen aan de lijn) is het zaak ook leuke varianten te verzinnen. Te denken valt aan plotseling, als de hond mooi meeloopt, achteruit te gaan spelen en dan in de 'beloningstand' gaan staan.
Wat je in ieder geval niet moet doen is starten met een ruk aan de lijn en het commando 'VOLG' over jouw hond uitbraken. Als er soms mensen zijn die denken dat dit wèl werkt, moeten ze het volgende eens bij hun partner uitproberen:
Voordat je zegt: “ga je vanavond mee uit eten”, geef je je partner een draai om zijn oren, het gevolg zal zijn dat dan het avondje uit pas echt gezellig wordt!!!!
Beter is het als de hond op het moment dat hij een mooi beeld (van naast lopen) laat zien, hem belonen met ‘geweldig’, ‘braaf’, ‘goed zo!’ ‘geweldig!’ ‘honderd punten!’ ‘knap hoor!’ en dan zeg je: dat lijkt wel 
'volgen'…, en wel precies op het moment dat je hond zo verheerlijkt naar je op kijkt.


Moet je hond links lopen ????

Ik heb mijn hond altijd links lopen, maar aan welke kant moet mijn hond eigenlijk lopen, vragen ook andere cursisten wel eens aan Flip. “Het zal me jeuken”, is steevast zijn antwoord. Zijn wedervraag is altijd: “waarom moet de hond links lopen?” Meestal krijg hij als antwoord omdat het beter is in het verkeer, vroeger waren er geen trottoirs en liepen de mensen aan de 'verkeerde' kant van de weg, om zo het tegemoetkomende verkeer goed in de gaten te kunnen houden. Flip zegt dan: “Hoe gaat het dan in Engeland”, “daar rijden ze allemaal aan de verkeerde kant van de weg!!!”
De slechtste uitleg die Flip ooit hoorde was dat de hond links van de mens moest lopen zodat de hond weet dat hij minder is dan de mens! ???
Het is eigenlijk heel simpel: aan welke kant de hond moet lopen komt uit de jachthondenwereld, immers, als je een schutter bent in gezelschap van je eigen hond is het handig de hond aan die kant te plaatsen waar je geweer niet 'Schoudert'. Stel je bent een linkshandige schutter en je hebt je hond ook links, dan moet de hond elke keer, als je geweer van de schouder afhaalt, een helm op zetten, anders krijgt hij de kolf van het geweer op zijn kop. Nu zijn de meeste schutters van nature rechts, dus de hond zit dan altijd links naast de jager. Flip zelf heeft daar dus een probleem, hij is linkshandig. Over het algemeen neemt hij zijn eigen honden altijd links. Zou hij gaan jagen dan moet hij zijn hond leren aan de rechterzijde te lopen want hij is tenslotte een linkshandige schutter.
Probeer het maar eens uit .... als je zou moeten schieten met een geweer, aan welke schouder zet je het geweer dan??
Waar jouw hond moet lopen is in de afgelopen 50 jaar veranderd. Als men vroeger de jachthonden en politiehondenmensen zag 'volgen' met hun hond, dan liepen ze over het algemeen in de knieholte, dus eigenlijk iets achter in vergelijking met de tegenwoordige tijd. Nu vinden we het mooi dat het schouderblad van de hond op gelijke hoogte is van de knie van de baas en het liefst omhoogkijkend naar het gezicht van de baas. Dit is eigenlijk een paradox, de hond moet zijn leider volgen en hem ook nog aan kijken??
Naar Flip’s mening (hoe mooi hij het ook vind) is dit tegenstrijdig gedrag, immers wie het eerste kijkt is de dominantste, dus wie kijkt naar wie??
Hoe leer je een hond aan dat hij constant op je let??
Heel vaak kort, zeer kort trainen en dat kan maanden duren als de hond er geen talent voor heeft. Met een beloning (kaas/worst) voor zijn neus, na verloop van tijd de beloning voor je navel houden (alle beide handen, bidprentjeshouding) en dan vervolgens de beloning in je mond nemen, en jezelf de handigheid aan leren het in zijn bek te spuwen.



Veel voorkomende soms onbedoelde fouten, volgens Flip:
    Dit is alleen maar toegestaan indien je een korte leren broek aan hebt met bretels, een jagershoedje op hebt en er bij jodelt.
      De lichaamstaal die je gebruikt probeert de hond te onthouden samen met de vocabulaire die je op jouw hond loslaat (http://www.youtube.com/watch?v=3GRSbr0EYYU).




      Welke riem en halsband heb ik nodig?

      Zolang mogelijk een normale goedpassende halsband gebruiken, eentje die de hond dus niet van zijn kop kan krijgen.
      De riem mag niet van te hard materiaal zijn, leer of kunststof, bij kleine honden een lijn van ongeveer 1,20 meter en bij grotere honden een riem van ongeveer 1 meter lang.
      Heeft de hond een wat steviger correctie nodig dan NIMMER een slipketting, maar gebruik een zgn. half-check of ook wel Obedience band genoemd, dit is een halsband die voor de helft van stof of leer gemaakt is en de andere helft is een kettinkje. Je kunt de hond dus niet verwurgen en de 'herrie' die het kettinkje maakt is voldoende.
      Een heuptasje wat je vult met de beloning (kaas/worst) kan handig zijn tijdens trainingen en wandelingen.
      Het lievelingsspeeltje van je hond, wat op het moment dat je begint met de training niet meer laat rondslingeren in huis of tuin, ook dit gaat in het heuptasje. Dat is alleen voor trainingen en eventueel wandelingen.
      Uw hond is maar in vijftal zaken geïnteresseerd:

        Dus je kunt van je hond gerust het gehele meubilair weggooien, je bankstel en koelkast laten staan en toch blijft je hond je trouwe vriend. Het zal je hond namelijk een rotzorg zijn of je een staande schemerlamp hebt en een boekenkast.
        Het enige wat jouw hond te doen heeft, is de gehele dag in de gaten houden hoe de rituelen zich voltrekken. Hij weet namelijk precies of hij mee uit mag of dat je naar je werk gaat.

        De les die iedere hondenbezitter zich eigen zou moeten maken is: klopt mijn gedragsritueel bij eventuele commando's. Je zult al gemerkt hebben dat als je met veel dreiging in je houding en stem je hond roept, hij echt niet vrolijk bij je komt.




        Kinderen en honden.

        In veel ras beschrijvingen wordt nogal eens de gewaagde veronderstelling gemaakt dat een bepaald ras een echte “kindervriend” is!??
        De praktijk is echter dat er in heel veel (zo niet) alle rassen honden zitten, die niet met kinderen kunnen omgaan,
        Wat er ook gebeurd is dat de hond meestal het (kind) van de rekening is, d.w.z. de hond wordt afgemaakt of komt in het asiel terecht.
        Wat Flip vaak is opgevallen dat het veelal angstige honden betreft, hoewel hij ook uitzonderingen kende.
        Zowel hele rustige honden als wel temperamentvolle honden kunnen dit gedrag vertonen en in de meeste gevallen is er geen pijl op te trekken.
        Flip heeft een aantal jaren de bijtincidenten bijgehouden en als je dan de achtergrond hoort, was in verregaand de meeste gevallen de oorzaak:
          Een dierenarts verwijderde eens 11 nietjes uit een hond zijn oor, hij had ‘pas’ bij de elfde het kind gebeten, de ouders snapten er niets van. Het kind kon prima alleen zijn met de hond.
          Bij Flip krijgt de hond altijd het voordeel van de twijfel.




          Een Anekdote:

          Flip had op een moment een nestje van een van zijn honden.
          Een gezin meldde zich bij hem, omdat ze een puppy wensten te kopen.
          In zo’n geval laat Flip altijd zoveel mogelijk gezinsleden de eerste keer meekomen, dus opa’s, oma’s, de kinderen enz. Zo krijg je een goed overzicht van waar een pup terecht komt.
          In dit geval bestond het onderhavige gezin uit vader, moeder en een drietal kinderen variërend in de leeftijd van 1 tot 7 jaar. De vader deed het woord en de moeder probeerde de kinderen, die nogal luidruchtig waren, om niet meteen te zeggen vervelende kinderen, rustig te houden.
          De pups waren op dat moment 5 weken oud en de kinderen wilden natuurlijk meteen naar de puppy’s. Flip heeft geprobeerd uit te leggen, enige pedagogische kwaliteiten zijn hem niet vreemd, dat ze eerst als mensen maar eens kennis moesten maken.
          Er werd voor koffie, thee en andere zaken gezorgd en toen begon de vader te vertellen wat zo’n hond, volgens hem, eigenlijk allemaal zou moeten kunnen: de hond moest alles kunnen verdragen en vooral niet vervelend zijn en daar bovenop ook nog goed voor de africhting moest wezen.
          Net toen Flip hem wilde vragen welke ervaring hij had in de africhting, ziet Flip vanuit zijn ooghoek het jongste kind een Liga koek in de videorecorder schuiven. Flip slikte zijn vraag in en wachtte totdat een van de ouders hier op ging reageren; kennelijk was het normaal in dit gezin dat koeken overal ingestopt dienen te worden want er kwam totaal geen reactie vanuit de ouders.
          Flip heeft toen zijn video gered, het kind vernietigend aangekeken en vervolgens de mensen verteld dat ze wat hem betreft weer naar huis konden gaan, en wel zonder pup.
          Stomverbaasd keek de vader hem aan en vroeg: “Waarom dan wel?”
          Wetende dat het altijd wat moeilijk ligt als men wat over de kinderen van iemand anders te vertellen heeft zei Flip: “Het enige wat zich straks bij je thuis een beetje zal gedragen, is naar alle waarschijnlijkheid een hond.”
          Daar zijn Flip’s puppy’s te goed voor.
          De man antwoordde “Nou, als je er zo over denkt, dan zal je die honden wel niet gauw kwijtraken”, waarop Flip terugkaatste, “dan eten we ze met kerst gewoon op!”
          Flip vreest dat hij zich met zulke uitlatingen niet echt populair maakt.
          Maar zo ziet hij het.
          Als hij zelf een hond was, zou hij een hele generatie kinderen tot 12 jaar ‘uitroeien’.
          Deze boude uitspraak, die ik schokkend vond, was bedoeld om mensen wakker te maken.
          Hij wilde ouders proberen te overtuigen, dat een pup of later een grote of kleine hond en geen enkel ander dier, speelgoed is en dat ouders zeker geen hond moeten aanschaffen voor de kinderen.
          Een sticker op zijn auto verraadt deze visie:
          A dog is for life and not just for Christmas.

          Flip zei altijd tegen iedereen: “Doe je onderzoek en schaf niet zomaar een hond aan omdat hij er leuk uit ziet of in de mode is.” ”Kies een hond die bij jou past”
          Als je wilt weten of jouw gezin geschikt is voor honden, kan je er volgens Flip volgens de navolgende methode naar kijken.
          Kijk eerst eens hoe je kinderen met dieren/honden uit je omgeving omgaan, honden van jouw familie, kennissen en vrienden.
          Bedenk dat hele jonge kinderen de honden, en zeker een pup, toch vaak als speelgoed beschouwen. Pups hebben het vaak heel moeilijk met kleine kinderen.
          En hoe ben je eigenlijk zelf met honden, luisteren ze naar je, komen ze naar je toe, hoe ging het wandelen met een hond enz., kom je zelf uit een hondengezin, maar je partner wellicht niet?
          Bedenk als je een pup aanschaft en jouw kind is b.v 4 jaar, dat de hond over een jaar volwassen is en jouw kind nog maar 5 jaar en als je het verkeerde hondje hebt aangeschaft, zal die wellicht over jouw kind de baas willen worden.
          Koop in ieder geval bij een goede fokker die zijn puppy’s al vanaf het begin samen met kinderen heeft opgevoed. Dan is de inprenting waarschijnlijk goed verlopen.
          Maak het nog jonge kind duidelijk, dat de pup veel moet slapen, de Bench is hierbij onontbeerlijk voor de pup zijn rust. Zelf zal de pup dat niet altijd op tijd aangeven of het kind maakt de pup steeds wakker, zonder zich te realiseren wat dat doet met de pup.
          Leg je kinderen uit, dat er regels zijn m.b.t. tot het eetmoment van de pup, laat kinderen 
          nóóit alleen met de pup/hond als je zelf uit het vertrek bent waar de hond en kinderen samen zijn, houdt dan altijd een ‘vluchtweg’ open voor de hond.
          Verzorg de hond samen met de kinderen, dus samen eten geven, wandelen en dan de hond met rust laten in zijn Bench.
          Wat je beslist niet moet doen is trekspelletjes aan flostouwen en dergelijke, je geeft dan de hond het idee dat hij kan winnen van je en hij zal zeker met dit spel winnen van het kind.
          Gooi liever een speeltje weg en laat het bij je brengen.
          Doe gek met dat speeltje, zo van; Prrrr…..toe dan, pak ‘m dan, gooi je het speeltje weg, wacht even, loop er heen, pak het vast, schud ermee, terwijl je de pup roept…geef het speeltje in zijn bek en laat het los, loop/dans samen een rondje aan de riem….maak er een feest van….GA HELEMAAL UIT JE DAK!!!
          Dan leert ie gelijk apporteren.



          Tip van flip

          Bij hele jonge kinderen, zeker tot 6 jaar, is het een goed idee een speelgoedhond/dier aan te schaffen, die uiteraard ook een halsband en riem om krijgt en niet te vergeten ook een naam krijgt en meegenomen kan worden tijdens het uitlaten.
          Laat kinderen rustig lopen in de nabijheid van de hond. Van belang is ook, dat je kinderen niet met de handen in de lucht gaan lopen en daardoor honden opspringen naar de handjes van de kinderen, omdat die altijd aaien en vaak naar lekkere dingen ruiken.
          Vaak doen honden dat trouwens ook bij volwassenen.
          Kortom, leer je kind om te gaan met de pup/hond. Volg een puppycursus bij jou in de buurt, samen met jouw kinderen.

          Bij kinderen boven de 6 jaar komen de verhoudingen al vaak anders te liggen, er ontstaan vaak hele intense vriendschappen tussen hond en kind.
          Soms kan de hond een geweldig hulpmiddel zijn om verdriet te verwerken, wat is er nou lekkerder dan dat je als kind al je zorgen en verdrietige momenten met je hond kan bespreken en je weet dat hij altijd naar je zal luisteren, zonder oordeel, en dat hij altijd heel geduldig blijft en geen commentaar geeft en niet roddelt!!!
          Bij heel introverte en of zelfs bij autistische kinderen, kan een hond een belangrijk therapeutisch hulpmiddel zijn.
          Laat je bij dit laatste overigens adviseren door mensen die er al ervaringen mee hebben. Het is dan nog belangrijker dat je een evenwichtige pup/hond hebt, voor zo’n doel.
          Kijk er overigens niet van op dat honden zich bemoeien met het puberend gedrag van jouw kinderen en met name de conflicten die dat oplevert tussen ouder en kind. Als je kinderen samen sparren of jij met je kind worstelt, zet de hond dan altijd ergens anders.
          Als je met jouw pup naar een training gaat, het zal duidelijk zijn dat Flip dat van harte aanbeveelt, neem dan jouw kinderen mee en wordt dit niet toegestaan, onmiddellijk een andere training zoeken!!
          Flip’s ervaring is, dat zowel kinderen als pups geweldig veel plezier beleven aan het spelen/trainen van de pups.
          Er wordt hiermee ook nog eens onderstreept, dat honden ook naar 'de hondenschool' moeten.



          Kind-Hond trainingen

          Een aantal keren heeft Flip een kind-hond cursus gegeven.
          Het moeilijke hiervan is dat de combinatie kind-hond een beetje moet kloppen, dus geen probleemhond proberen te trainen samen met een kind.
          De leeftijd van het kind is dan erg belangrijk, deze moet in verhouding staan, voor wat de hond bij zich heeft. Drukke hond en druk kind is geen goede combinatie, dat zal duidelijk zijn.
          Uitzonderingen zijn er altijd, zo heb ik een keer een 6 jarig jochie geweldig zien werken met de hond van opa, een 3 jarige Heidewachtel, terwijl een 15 jarig meisje met een Jack Russeltje van 2 jaar, niets voor elkaar kreeg, zodat ze eerst moesten werken aan een beter contact tussen die twee.



          Tot Flip’s Verbazing vroeg zijn dochter op een dag…

          “Papa mag ik Arno uitlaten?”, vroeg zijn 9 jarige oudste dochter. “Waarom?” vroeg Flip, hij had meerdere honden, maar ze liet deze hond namelijk nooit uit. “Nou gewoon… ik wil hem vandaag wel uitlaten”. Verwonderd vroeg Flip zich af, waarom ze nou juist deze hond wilde uitlaten.
          Arno was grotendeels afgericht, maar niet geschikt voor de politiehondenafrichting, hij stond evengoed zijn mannetje, hij was tot Huishond bevorderd, dus de kinderen gingen dagelijks met hem deze hond om.
          “Mag het nou pa?” vroeg zijn dochter nog een keer.
          Flip wist niet of ze hem wel zou kunnen houden, zo legde hij zijn dochter uit.
          Toen versprak ze zich, “Arno hoeft alleen maar te blaffen en hij hoeft echt niet te bijten of zo… ” zei ze. “Heb je soms ruzie of zo….”, vroeg Flip aan zijn dochter.
          “Ja”, antwoorde ze, “ik zal die rotjongens wel een lesje leren met hun gepest!”
          Je begrijpt dat een hond nooit zo’n conflict mag oplossen en Flip heeft zijn dochter uitgelegd dat als ze problemen heeft, ze het niet met een hond op deze wijze moest oplossen. Zij had echter gedacht dat het een geweldige oplossing voor een probleem van haar was. Een 9 jarige kan dat ook nog niet weten. Als ouder, spring daar bij in.

          Als kinderen meekomen met hun ouders mogen ze altijd van Flip in de les een oefeningetje doen met de hond, vaak zijn dit de hindernissen, die ze hun ouders al hebben zien doen met de hond. Dan zie je gelijk al de ‘groene vingers’ van het kind en de relatie die ze met de hond hebben, een magnifiek gezicht.



          Pica-Pica of te wel eten van niet eetbare voorwerpen.

          Honden kunnen de meest vreemde voorwerpen opeten, of dreigen op te eten: bierdoppen, avocadopitten, kaarsen/waxinelichtjes, knopen, stenen, sigarettenpeuken, hout, speelgoed van de kinderen, speelgoed van hun zelf, schoenen, vloerbedekking, riemen, halsbanden, enz. enz.

          Meestal is dit ontstaan omdat de eigenaren, als ze dit gedrag bij hun hond zien, onmiddellijk de aanval kiezen door de hond achterna te vliegen en proberen het af te pakken of te voorkomen dat de hond het inslikt.

          Dit lijkt op…..’ik wil het hebben’….en snel zal de hond dit 
          wìllen opeten, want voordat de leider er aan kom, eet ik het gauw zelf op! Anders moet ik het afstaan. Hetzelfde gedrag zie je als de hond rustig zijn voer opeet en je komt in de buurt van zijn bak, meestal zie je dat de hond het eten dan sneller opeet..

          Beter is het om:
          Op diverse tactische plaatsen zoals de boekenkast, aanrecht, eetkamer, computertafel, een miniatuur etensbakje op te stellen. Bijvoorbeeld lege kleine jampotjes, gevuld met bijvoorbeeld kattenbrokjes (liefst leversmaak). Deze truc doet het geweldig, een keer ‘rammelen’ met dit ‘potje’ en jouw pup/hond is afgeleid van wat hij/zij zo geweldig vond en de pup komt naar je toe lopen en je prijst hem dan meteen helemaal de hemel in.
          Neemt de pup/hond het voorwerp in zijn bek mee, dan wordt je helemaal ‘crazy’ (zoals Animal van de Muppet Show) ‘geweldig’… dat je pup dat doet!!!



          Voerbakagressie en kauwbot nijd

          Zodra je merkt dat jouw hond agressieve neigingen heeft bij de voerbak, zijn bot of zijn speeltje: niet meer provoceren!!!
          Denk dan aan het weinige goede wat onze Amerikanen ons geleerd hebben:
          …..If you can’t beat them,….Join them !!!!
          Dus provoceer de hond dan niet en probeer hem met de volgende trucjes af te leiden.
          Voer hem nooit meer op dezelfde plaats, voer hem nooit meer op dezelfde tijd, laat hem in het ongewis wanneer hij zijn eten krijgt. Maak het eten klaar in z’n voerbak en zet de voerbak weer weg, b.v. op het aanrecht buiten z’n bereik en voer hem wanneer het 
          jòu uit komt.
          Kortom, 
          jìj bepaalt wanneer en waar er gegeten wordt!! Jij betaalt er tenslotte voor.


          Een Anekdote

          Op de cursus was een Golden Retriever puppy, een wat timide puppy, niet dat je dit tijdens het spelen met andere puppy’s zag, maar meer als de baas wat van hem gedaan wilde krijgen. Het ‘komen’ was ronduit slecht te noemen en bij het spelen met de baas was de hond tot nauwelijks enige opwinding of andere reacties te verleiden.
          Thuis had deze baas een geweldig probleem. Zodra het voer in de bak aan de pup gegeven werd in de keuken, konden volwassenen en kinderen maar beter maken dat ze weg kwamen, zoveel agressie kwam er uit: uitvallen, lippen optrekken, de tanden ontbloten, grommen en kwaad keffen.
          Flip kon zich er niks bij voorstellen, hij had een hele andere kant van de pup leren kennen.
          Dus besloten ze er een huisbezoek aan te wijden.
          Bij de begroeting zagen we een leuke spontane pup, die zich overal en aan iedereen opdrong om aangehaald te worden. Het gedrag werd al anders toen we voor de koffie aan tafel plaats namen, de pup liep bij hen weg en ging met zijn kop van hen af liggen, iets wat Flip al kende van de volwassen Goldens met probleemgedrag.
          Toen het voer in de keuken aan de hond werd gegeven, sloeg de vlam in de pan; wat een gestoorde idioot !!! De heftigheid die deze hond bij het ‘voerbak bewaken’ liet zien, had Flip alleen nog maar bij volwassen honden gezien, bij meerdere rassen overigens.
          Deze hond kwam uit een bedenkelijke fokkerij, waarvan de ‘fokker’ al meer probleemhonden had afgeleverd. De verzorging van de honden was zo slecht dat korte tijd later door de dierenbescherming alle honden in beslag waren genomen.
          Helaas betekende dit wel voor de familie van deze pup dat deze werd geëuthanaseerd.



          Anekdote

          Een ouder echtpaar kwam op de cursus met een jonge jolige Boxer.
          Na kennis gemaakt te hebben verklaarde de man: over Boxers hoef je mij niets te vertellen, ik heb ze al meer als dertig jaar, maar deze is echt gek!
          Zo op het eerste gezicht kon Flip de man niet volgen, hij bekeek de Boxer, hij was speels, misschien wat aan de drukke kant, pakte alles in z’n bek en sprong tegen iedereen op.
          Ja, weet je vervolgde de man; ik heb mijn hele leven gewerkt en het behoorlijk druk gehad. Nu ben ik met pensioen en het leek me leuk om met deze hond samen een leuke tijd te hebben.
          Zijn vrouw had al die tijd geen woord gezegd, maar Flip had gemerkt, dat zij het hondje vertederd aan stond te kijken.
          Het gesprek viel even stil, ze kijken verwachtingsvol naar Flip, kennelijk verwachten ze van Flip nu zo iets van; daar en daar ligt dat aan….
          Flip vroeg hebben jullie kinderen? Een dochter misschien?
          Deze vragen werden bevestigend beantwoord….
          “Ik zal proberen, uw leven met de Boxer in te schatten.”
          “Toen je ging trouwen nam je een Boxer mee het huwelijk in…bevestigend knikten beide op mijn volslagen eerste gok…er kwamen kinderen en toen de hond zo’n jaar of negen was, ging deze helaas dood….weer knikten mevrouw en meneer….uiteraard moest er weer een nieuwe hond komen en natuurlijk weer een Boxer …toen jullie dochter, zo ging Flip verder, een jaar of 14 was, ging ze toen ook vaak de hond uit laten?…”
          De mond van de vrouw zakte helemaal verbaasd open.
          “En nu de kinderen de deur uit zijn”, vervolgde Flip, “je na jouw pensionering de hele dag bij huis bent, begin jij je te ergeren aan jullie hond, klopt dat?”
          Dit werd bevestigend beantwoord door de man.
          Honden, ook niet van hetzelfde ras, hebben niet allemaal dezelfde persoonlijkheden, diverse rassen hebben zeker een bepaalde zelfde soort gedragingen, maar verschillen onderling altijd van elkaar.
          Dit noemt Flip het ‘vergeet-syndroom’: mensen vergeten na een aantal jaren hoe de vorige pup was , oja,…. ze weten nog wel hoe leuk en lief, die was, maar weten niet meer precies, of ze zijn het helemaal vergeten, hoe de opvoeding zich, in die tijd, in alle facetten heeft voltrokken.
          Deze temperamentvolle Boxer is een geweldige hond geworden.
          Gelukkig hebben honden hetzelfde als mensen, er lijkt er niet één op elkaar. O..ja, zeker, ze stammen van dezelfde voorouders af, maar in karakter en zelden in het uiterlijk, lijken ze op elkaar. Als je zoals Flip al wat langer fokt, dan kan het gebeuren dat je denkt…. ik ken die jonge hond toch en dan blijkt dat hij sprekend lijkt op een voorouder van zo’n 25 jaar geleden.

          Het trainen van een hond is: zijn natuurlijke gedrag ontwikkelen tot gehoorzaamheid en gewenst goed gedrag.
          Een van de vaste opmerkingen van Flip, bij een vraag die regelmatig door cursisten aan Flip’s koffietafel naar voren komt is: “Wat is hier of daar de norm in?”
          Flip: “Ik bepaal de norm niet!” “Als jij het goed vindt dat jouw hond op de eettafel zijn behoefte doet, zal je van mij niet horen dat dit niet mag.” “Wil je het de hond afleren dan zullen we daar een min of meer ‘stevig’ gesprek over moeten voeren”.
          Bij wijze van spreken: ‘Het zal duidelijk zijn dat mensen/honden die in de stad opgroeien, met andere dingen te maken krijgen dan mensen/honden op het platteland.’

          In een restaurant bestel jij toch ook biefstuk, als het kan en geen gehaktbal. Geef dat beest wat lekkers
          “Het is nooit zo zwart of er zit een wit veertje aan”.
          “Neem nooit een Bruine Labrador!”
          “Bij onze 1
          e les heeft onze Hulphond in opleiding, ze was op dat moment zó hitsig, bijna de hele les 45 minuten aan de paal heeft gelegen, tot ze haar rust en evenwicht had gevonden, toen hebben we nog 3 minuten getraind.”
          “Flip, volgens mij, Adolf Duitse Herder, komen de mensen echt bij jouw op visite en niet voor de hondentraining.”




          Wat Flip ons vertelde over Dominante Honden

          Wij hadden een dominante hond en via, via kwamen we wij Flip. Hij heeft ons geweldig geholpen door ons het volgende te vertellen en uiteraard heeft hij het geheel begeleid.
          Het is uiteindelijk goed gekomen met ons en de hond.

          De meest voorkomende reden van agressie van honden tegenover mensen, vindt zijn oorzaak in de rangordestrijd tussen hen. Af en toe zijn er echte agressieve gevallen, maar de verhulde reden hiertoe ontstaat vaak gestadig en heel subtiel. Door een opeenvolging van schijnbaar onbelangrijke gebeurtenissen.
          Voor de mens schijnbaar onbelangrijk, maar zeker niet voor de hond.

          Het dominantie-onderdanige gedrag is een verzameling van persoonlijke eigenschappen van de hond, die zowel uit geërfde, als uit verworven componenten bestaat.
          Het toeval wil, dat het ras en de bloedlijnen van de hond bepalen welk erfelijk deel de hond zal krijgen. De verworven componenten verschijnen pas na de geboorte.
          Voorbeelden en oorzaken, om er maar een paar te noemen, hiervan zijn:

            Iedereen schrikt er altijd erg van, wanneer een hond de hand bijt die hem voedt en streelt.
            Maar deze vervelende uitingen van dominantie kunnen wel onderdrukt worden, zodat de betere eigenschappen van de hond overblijven.
            Heb je een hond die je heeft gebeten, dan moet je het advies vragen van een dierenarts of aan een ervaren gekwalificeerde hondengedragstrainer.




            Tip van Flip:

            Hoe kun je dan de overhand op je dominante hond terugwinnen?
              Provoceer je hond niet. Dat is veel beter en effectiever.
                Zit, of Af of zelfs Val Dood. Je laat hem deze commando’s opvolgen en beloont hem pas nadat hij het commando heeft opgevolgd, met een aai, stem, of een stukje kaas/salami/kattebrokje.
                Leer hem deze commando’s buiten en gebruik ze in de meer dominantie verwekkende sfeer zoals je woonkamer en keuken.

                  Roep dus niet naar de hond: “Kom hier”, als-ie net achter het konijn aangaat. Zijn jachtinstinct overheerst dan sowieso. Hij hoort je dan zeker niet.
                    Deze geven de hond het gevoel dat hij het van zijn baas kan winnen. 
                      Door het spel zo te spelen, onderdruk je de dominantie van jouw hond. Jij bepaalt het spelverloop!!Wij hopen dat iedereen die deze verhalen, anekdotes en tips leest, er wat aan zal hebben, want Flip is er helaas niet meer.


                      Ter nagedachtenis aan Flip,
                      eeuwig hondenman en een bijzonder mens